donderdag 30 juli 2009

Piekeren 7-2009

Ik kan niet piekeren. Ik kan me geen zorgen maken. Ik kan het gewoon niet. Ik zet zo makkelijk zo’n gedachte uit. Gewoon automatisch zonder er bij na te denken. Als ik ergens over wil piekeren moet ik eraan denken dat ik moet piekeren en zelfs dan vind ik mijn gedachte vijf minuten laten weer op een heel andere plek. Nutteloze dingen. Onzinnige dingen. Waar je helemaal niet aan zou moeten denken omdat er veel belangrijkere dingen zijn om over na te denken.
Eigenlijk is het heel handig. Ik lig nooit de hele nacht ergens over na te denken. Me over iets zorgen te maken. Maar het heeft ook wel iets ongevoeligs. Een soort ongeïnteresseerdheid.
Vind ik dingen niet erg?
Maakt het me allemaal gewoon niets uit?
Waarom denk ik nu niet aan deze dingen?
Ik kan er niet echt iets tegen doen. Tegen het niet-piekeren. Misschien moet er maar eens even iets heel ergs gebeuren. Iets waardoor ik zal leren hoe je dat moet doen. Voelen. Echt verdrietig zijn. Echt boos. Ik kan me niet herinneren dat ik me ooit echt zo heb gevoelt.
Misschien kan ik me alleen maar gelukkig voelen. Dat zou fijn zijn. Ik denk dat er veel mensen zijn die dat ook zouden willen kunnen. Maar het geeft wel een beetje het gevoel dat ik iets mis. Lage dieptepunten betekenen immers ook hoge hoogtepunten.
Kan je gelukkig zijn als je nooit voelt hoe het is om ongelukkig te zijn?
Is het wel geluk wat ik voel of is het gewoon een soort neutraliteit?
Ik denk dat ik er ooit wel achter zal komen. Ooit zal ik uren in een hoekje kunnen zitten huilen. Ooit zal ik het gevoel hebben dat zijn hart eruit is gerukt. Ooit zal ik uit pure woede een vaas naar iemands hoofd gooien.
Maar nu nog even niet. Nog niet. Alles op zijn tijd. Ik denk dat er altijd wel verlangen zal blijven naar dingen die je niet hebt, hoe stom deze dingen ook zijn. Maar het zal goed komen, hoor. Ergens achter in de tijd.

Geen opmerkingen: